Airconditioning
Waarom airconditioning?
Een ideaal binnenklimaat onder handbereik.
Airconditioning is tegenwoordig ook in Nederland niet meer weg te denken. Nu airconditioning in vele auto's en kantoren wordt toegepast, merken we pas hoeveel invloed de temperatuur van ruimtes heeft op ons gevoel van welzijn. Zowel de mens, zijn omgeving als de lucht hebben invloed op de temperatuur. Die temperatuur is mede bepalend voor de prestaties die we leveren. Door een verbetering van de isolatie, het toepassen van meer glas en een beperkte ventilatie, kan de zon de temperatuur van gebouwen flink opdrijven. Niet alleen brengt zonlicht warmte binnen, ook mensen en machines kunnen een ruimte aanzienlijk verwarmen. De warmteafgifte van een mens is ongeveer 120 watt. Ook computers, printers en lampen produceren warmte. Kwaliteitsairconditioning brengt de temperatuur en luchtvochtigheid naar een niveau waarbij ieder mens zich prettig voelt. De ideale temperatuur ligt rond de 20°C. De ideale luchtvochtigheid ligt rond de 40%. Airconditioning wordt dus niet alleen toegepast om te koelen, maar kan de lucht ook ontvochtigen en uitgevoerd met een warmtepomp is de installatie in staat om de ruimte te verwarmen. Uitgevoerd met een inverter kan 20 tot 30% worden bespaard op de energiekosten. De ZVU creëert de meest ideale atmosfeer, vrij van tochtverschijnselen en geluidsoverlast.
Koelen en verwarmen? Met welke techniek?
De ervaren koeltechnicus of airconditioningspecialist kan dit hoofdstukje waarschijnlijk overslaan. Diegenen die met het koelsysteem slechts beperkt of geheel niet bekend is, vindt hier in beknopte en toegankelijke vorm een omschrijving van de koelkringloop en het warmtepompprincipe.
De koelkringloop
Laten we de koelkringloop wat nauwkeuriger bekijken.
Simpel gesteld bestaat het koelcircuit uit vier hoofdcomponenten: een compressor, een condensor, een expansieorgaan en een verdamper.
De compressor onderhoudt samen met het expansieorgaan een drukverschil tussen de verdamper en de condensor. De druk in de condensor is hoog en in de verdamper laag. In het koelsysteem bevindt zich een koudemiddel. Dit koudemiddel heeft evenals andere vloeistoffen en gassen de eigenschap om bij een lage druk een lager kookpunt te hebben dan bij een hoge druk.
De vergelijking met water dringt zich op. Als we in een ketel water verwarmen, dan zal dit water na verloop van tijd gaan koken. Er ontstaat dan “stoom”, dat is water in dampvorm. Als we de druk op een wateroppervlakte echter laag genoeg maken, kunnen we het water laten koken bij kamertemperatuur. We krijgen dan “stoom” van 20°C! We hebben dan door de daling van de druk het kookpunt zo laag gemaakt dat de warmtetoevoer uit de omgevingslucht van 20°C toereikend is om het water damp te laten vormen. Omgekeerd werkt het ook. Als we de druk voldoende opvoeren dan kookt water niet bij 100°C maar bijvoorbeeld pas bij 150°C. We hebben dan door verhoging van de druk het kookpunt verhoogd, waardoor energie van een veel hoger temperatuurniveau zal moeten worden toegevoerd om het water aan de “kook” te krijgen. Als we de waterdamp weer laten afkoelen, dan krijgen we dezelfde hoeveelheid energie die we eerder gebruikten om van het water, waterdamp te maken, weer terug. De waterdamp wordt dan weer water.
Het koudemiddel heeft eigenschappen die voor dit proces veel gunstiger zijn dan water. In de verdamper wordt vloeibaar koudemiddel onder lage druk vanuit het expansieorgaan ingespoten. Het kookpunt van het koudemiddel onder deze druk is bijvoorbeeld 0°C en ligt dus veel lager dan de temperatuur van de langsstromende lucht van 20°C. Er vindt warmteuitwisseling tussen de lucht en het koudemiddel plaats, waardoor de lucht afkoelt en het koudemiddel verdampt. De koude damp wordt afgezogen door de compressor en op een veel hogere druk gebracht. Deze “hete” damp wordt naar de condensor gevoerd. De damp is nu op een veel hoger kookpunt gebracht dan waarbij het werd gevormd, bijvoorbeeld 40°C.
De omringende lucht van bijvoorbeeld 30°C wordt nu opgewarmd door de warmtewisselaar en de damp zal condenseren tot vloeistof. Deze vloeistof heeft een kookpunt gelijk aan dat van de damp: 40°C. De vloeistof wordt naar het expansieorgaan gevoerd, waar het een drukval meemaakt tot het oorspronkelijke kookpunt van 0°C. Hiervandaan start de koelkringloop opnieuw.
Het klinkt wat tegenstrijdig, maar het warmtepompprincipe berust simpelweg op het principe van de koelkringloop. In feite is het niets meer dan een omgekeerd werkende koelkast, of liever: een omgekeerd werkende airconditioning.
We verplaatsen warmte (= calorische energie) van het ene naar het andere punt. Van buiten de koelkast naar het vriesvak van de koelkast. Van de buitenlucht, via de airconditioner naar een ruimte binnen het gebouw.
Een splitsysteem airconditioner bestaat dus uit een binnen opgestelde verdamper (de zg. binnenunit) en een buiten opgestelde condensor (de buitenunit), met daartussen twee dunne geïsoleerde koperen koudemiddelleidingen. De binnenunit zuigt de warme lucht door de verdamper waar de energie wordt afgegeven aan het koudemiddel. De binnenunit blaast vervolgens de afgekoelde lucht weer in het vertrek De binnenunit is altijd voorzien van een condensafvoerleiding, al of niet voorzien van een afvoerpomp.. De buitenunit zorgt ervoor dat de aan de binnenlucht onttrokken warmte wordt afgegeven aan de buitenlucht. Deze apparatuur wordt toegepast als permanente voorziening.
Voordelen van een vaste installatie ten opzichte van een verrijdbare airco.
Tegenwoordig zijn er globaal gesproken twee airconditionings- mogelijkheden: de aantrekkelijk geprijsde verrijdbare units en de wat duurdere permanente splitsystemen.
De verrijdbare systemen presteren over het algemeen teleurstellend, weinig koelvermogen, veel geluid, en ze staan altijd in de weg. Een ander probleem bij deze apparaten is de condensafvoer en het afvoeren van de warmte. De condensafvoer gebeurt vaak door u. Een condenswatertankje dient regelmatig geleegd te worden, maar dat moet natuurlijk niet vergeten worden! De warme lucht daartegen kan op twee manieren afgevoerd worden. Manier één maakt gebruik van een lucht afvoerslang, met grote diameter, die u uit het raam hangt. Manier twee maakt gebruik van een zg. “losse”condensor, die door middel van een flexibel pakket koudemiddelslangen verbonden is met de binnenunit. De condensor geeft de warmte af aan de buitenlucht. Voor beide oplossingen zal het nodig zijn om via een open raam of deur de warmte af te voeren (en vervolgens weer binnen te laten!).
"Wat kost dat nou?", is een veel gestelde vraag als het gesprek gaat over airconditioning. Als u de keus heeft gemaakt welk model airco u zou willen hebben of welk model technisch de beste keus zou zijn, moet altijd nog de vraag van de bouwgrootte beantwoord worden. Dat is vakwerk, dus werk voor een STEK-erkende installateur. Hij gaat u een voorstel doen nadat hij de situatie ter plekke heeft bekeken. Om u toch een idee te geven met wat voor investering u rekening dient te houden hebben wij in de onderstaande tabel wat "plusminus" prijzen voor u genoteerd.
Houdt u rekening met het volgende;
*In de opgave is geen rekening gehouden met bouwkundige werkzaamheden.
*Ook is er geen rekening gehouden met elektrotechnische aanpassingen
Indicatieprijzen incl. Btw. in € voor kompleet geïnstalleerde airconditioningsysteemen |
|||||
Aantal ruimtes |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
Vloeroppervlak |
>25m2 |
25-50m2 |
50-80m2 |
80-100m2 |
100-125m2 |
Wandmodel |
2400-2800 |
2800-3550 |
3550-5000 |
nvt |
nvt |
Vloermodel |
2500-2900 |
2900-3650 |
nvt |
nvt |
nvt |
Plafondonderbouwmodel |
2500-2900 |
2900-3800 |
3800-4600 |
4600-5350 |
5350-5900 |
Plafondinbouwmodel |
3500-3900 |
3900-4200 |
4200-4900 |
4900-5800 |
5800-6300 |
Satellietmodel |
3400-4000 |
4000-5000 |
5000-5600 |
5600-6800 |
6800-7500 |
Voor professioneel advies nodigen we u uit contact op te nemen met één van onze adviseurs.